Zij zagen haar verwonderd aan,
het meisje dat was opgestaan.
Alsof zij slechts geslapen had.
Hij hield haar bij de hand gevat.
Het rouwmisbaar, het klaaggeluid,
de stoornis is het huis al uit.
Stil nu: hij stelt als simpele wet
dat haar wat brood wordt voorgezet.
- Dat wat een wonder is van taal
ik las als kind het honderdmaal
en wist: ‘en ‘s avonds was er feest,
er zijn vriendinnetjes geweest.’
Daar waar de dood zich had verschanst
werd bij de zilveren fluit gedanst.
Reacties
Er zijn nog geen reacties op deze blog