Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal


‘Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal!’ 
(Joh. 2, 13-25)

Ik word telkens weer geraakt door de manier, waarop mensen uit het buitenland met de ruimte van een kerkgebouw omgaan.

Kinderen hebben al jong geleerd om stil te zijn in de kerk. Volwassenen en kinderen zullen het liturgisch centrum, het priesterkoor, niet snel betreden. Dat is voor hun een heilige ruimte. Als ze de kerk binnenkomen, zal menigeen ook een kruis slaan met wijwater uit het wijwaterbakje bij de ingang en door de knieën gaan.

In de ogen van veel Nederlanders is dat overdreven. Toch heeft het iets moois. Deze mensen zijn in staat om iets te beleven aan de kerk, namelijk Gods aanwezigheid, die voor anderen verborgen blijft. De kerk is voor hen een plek, waar God misschien wat gemakkelijker te vinden is, dan buiten de kerkmuren.

In het evangelie van zondag 3 maart horen we, hoe Jezus de tempel in Jeruzalem op z’n kop zet. Hij is boos! De handel heeft de heilige ruimte overgenomen. Dat is een veeg teken. Als zelfs daar rond het allerheiligste het geld regeert!?

Franciscus van Assisi wilde in navolging van Christus geld zelfs niet maar aanraken. Hij zag, hoe de zucht naar geld relaties kapot maakte, mensen die het toch al niet breed hadden verder verarmde, mensen ongelukkig maakte, van God losmaakte.

In die zin is het goed, dat op basisscholen in de Week van het Geld kinderen worden opgevoed om ‘geld de baas te blijven’.
Maar misschien zou het ook goed zijn om eens na te denken over een ‘Week van het Heilige’?

Frank de Heus, pastoraal werker

 

Reacties

Er zijn nog geen reacties op deze blog


Reageer



Door op versturen te klikken gaat u akkoord met de verwerking van uw gegevens conform onze Privacyverklaring (AVG)


Activiteitenkalender

Volledige agenda klik hier

Recente columns

Blijf in mij
door
parochievicaris Willy Rekveld
De anderen
door
Dick Kohlwey

Bekijk meer columns

Like ons op Facebook

TOP