Brieven aan Gelovigen


Op deze pagina worden de brieven gepubliceerd van parochianen voor parochianen. Dit idee is ontstaan bij het eeuwfeest van de geloofsgemeenschap Enschede Zuid rond de Sint Jan-kerk in oktober 2022.
Om Sint Jan van Patmos (dezelfde als Johannes de Apostel en Johannes de Evangelist) beter te leren kennen hebben we uit zijn boek ‘Openbaring’ gelezen. Daarin zijn zeven ‘brieven’ opgenomen aan zeven geloofsgemeenschappen in klein Azië. Een aantal parochianen heeft zich door die brieven laten inspireren. Zij schreven hun eigen brief aan de gelovigen in Zuidoost Twente. Aan U dus! 
Hier leest u de brieven:

Eerste brief van de hand van Vera Berkvens: 
Goeie dag eenieder,
Wat mij alsmaar meer bezighoudt is dat de kerk ons in deze complexe tijden de eenvoud heeft te bieden. Dat ons welbevinden niet zit in de overdosis aan materie, maar in de eenvoudige aandacht die we elkaar kunnen geven en delen.
Tevens leert Jezus ons dat we over onze angst heen kunnen stappen. Probeer “over het water te lopen”, laat angst je niet tegenhouden om kleine grenzen te verleggen. En Jezus leert ons tevreden en vrolijk te zijn wanneer de wijn op is en we het met water zullen moeten vieren. Vieren is delen, is leuk met luxe, maar de intentie is het samen-zijn.
Het nieuwe testament staat vol met deze beeldspraak. Net zoals de beeldende kunst vol staat met verbeeldingen. Met als ( voor mij) onmiskenbaar hoogtepunt het “lam gods” van de middeleeuwse vlaamse schilder Van Eyck. Tijdloze verbeelding over het leven.
Woorden en beelden die ons laten dolen, dromen, vertellen, leren, hoe wij als eenvoudige mensen met al onze goede bedoelingen en fouten onze aardse tijd doormaken.
Hartelijke groet,
Vera Berkvens



Tweede brief van de hand van Rietie Kenter:
Beste medegelovigen,
Ik wil graag wat delen over mijn geloof en wat de kerk voor mij betekent. In 2004 ben ik bewust katholiek geworden. Ik was als baby gedoopt in de Hervormde Kerk en hoefde dus alleen nog gevormd te worden.
Katholiek worden. Daaraan ging een lang proces vooraf. Zoeken naar zin, naar het heilige van het leven, zoeken naar wat dat ‘Iets’ dan is, dat ons kracht en inspiratie en leven geeft. En dat ‘Iets’ heeft gaandeweg een naam gekregen: God, Vader Zoon en Heilige Geest. In de heilige Drie eenheid vind ik alles wat ik nodig heb: ontstaan, leven, beweging, inspiratie, vuur, geborgenheid, wijsheid, liefde. Ik was hiernaar op zoek en al die tijd was God er, geduldig wachtend op mijn vinden, heilzaam delvend in mijn hart.

Geloven geeft betekenis aan mijn leven. En het is meer dan ‘meer tussen hemel en aarde’ en meer dan ‘Iets’ dat ons te boven gaat. Met God kan ik een relatie aangaan, omdat Hij mens geweest is, Jezus. In Jezus is God dichtbij en kan ik proberen Hem na te volgen. En als dat niet lukt - wat vaak het geval is - dan houdt Hij toch van mij. Want dat heeft Hij ons zelf geleerd. Dat troost mij en geeft mij zin. Daarom heb ik zin – geeft Hij mij zin! - om mij in te zetten voor Hem en voor zijn schepping. God heeft mij gewenst op deze wereld en laat mij niet los.

Het katholieke geloof geeft mij inspiratie. Geloven is niet alleen iets van woorden of daden, maar ook van intuïtie. Intuïtie dat we worden aangesproken op een ander, een dieper niveau. Waar vaak geen woorden voor te vinden zijn. Ik weet dat God er is. En Hij weet van mij.
Rituelen helpen daarbij: vaste gebaren, vaste gebeden, vaste formules. Niet steeds iets nieuws, iets anders proberen – dat kunnen we wel met woorden en taal - maar gesterkt worden door de kracht van eeuwenoud gebed. Die herhaling graaft bij elk gebed, bij elk gebaar, telkens een stukje dieper. Zo delven wij God op.

Daarom heb ik de kerk daar ook bij nodig. Een plek, een heilige plek. Een plek waar mijn hele lijf wordt aangesproken: met staan en met zitten, met knielen en opstaan, met bidden en zingen, met luisteren en ruiken, met broeders en zusters naast mij, die ik niet hoef te kennen, maar met wie ik onlosmakelijk verbonden ben.

God is méér dan een gevoel: Hij gaat mijn verstand te boven, mijn leven te boven en mijn lichaam te boven. Hij gaat alles te boven en is tegelijk in mij genesteld, in ieder van ons. Ik probeer mij naar Hem te vormen en Hij vormt zich naar mij. God is zo groot en toch zo dichtbij. Dat is zo wonderbaarlijk en zo’n diep geluk.
Tegenwoordig lijkt het alsof we vooral in onszelf moeten geloven. Dat geloof ik niet. Ik geloof in God die in mij gelooft, die vertrouwen in mij heeft. En om Hem te laten zien dat hij mij kan vertrouwen, moet ik moeite doen mijzelf te leren kennen. Mijn kracht en mijn zwakte leren kennen. Dat zijn de wezenskenmerken van ons mensen. En daar wijst Jezus ons telkens op. In elk evangelieverhaal en elke parabel houdt Jezus ons een spiegel voor die mij bij mijzelf te rade laten gaan. God gaat op weg met mij. En hoe ga ik op weg met Hem? Als Jezus de weg is, hoe herken ik die dan?

Ik ben altijd blij als ik iets van mijn onvermogen en emoties herken in de psalmen – dan denk ik: kijk, ik ben niet de enige. Ik ben blij als ik mij mag laven aan wijsheid - die van Jezus Sirach en vooral die van Jesaja, mijn lievelingsboeken. Jezus daagt mij uit en bevraagt mij en elke dag mag ik opnieuw proberen antwoorden te vinden en goede keuzes te maken. Hij schudt me wakker, grijpt me bij mijn lurven, sleept me mee en fluistert mij in. Dat is voor mij de kracht van de heilige Geest.

In de stormen van mijn leven; bij verliezen en veranderingen, denk ik altijd aan de woorden van Jesaja: Hij zal het geknakte riet niet breken.
Ik geloof in de gemeenschap van de heiligen en de vergeving van de zonden. Mijn relatie met God is van een constante uitwisseling. Geloven is genade. 
Ik ben dankbaar.
Rietie Kenter



Derde brief  van de hand van Johan Hofhuis:
Aan mijn broeders en zusters in Jezus Christus,
Een aantal weken geleden werd in de digitale nieuwsbrief gevraagd om u eens een brief te schrijven om elkaar daarmee te inspireren en te verrijken. Maar het kan misschien ook een manier zijn om steun bij elkaar te zoeken voor wat ons bezig houdt.
Ik ben de middelste uit een traditioneel katholiek gezin met zeven kinderen. Gevormd in de tijd dat de verzuiling in Nederland – en het vanzelfsprekende - op zijn einde liep. Ik kan me nog goed herinneren dat wij op de kleuterschool toevertrouwd waren aan de nonnen. En zij vertelden ons uiteraard de eerste en vele verhalen over Jezus. Ook op de lagere school was godsdienst-onderwijs – b.v. de catechismus leren - heel gewoon. De Eerste Heilige Communie, het Vormsel en het groot aannemen werd via school geregeld.
Thuis werd er gebeden; ‘s morgens, ‘s middags en ’s avonds. In de meimaand en in oktober met zijn allen ‘s avonds op de knieën voor een stoel de rozenkrans bidden. Kortom het katholicisme is mij met de paplepel ingegoten en het hoort ook helemaal bij mij.
Maar ik kan me niet herinneren dat er thuis veel over geloof werd gesproken. Mijn ouders waren dat ook niet gewend. Wel weet ik dat mijn ouders een rotsvast vertrouwen hadden in God en geloofden in een hiernamaals waarin ze voor eeuwig gelukkig zullen zijn. Zelf heb ik daar wel eens moeite mee. Ik bedoel dat bij mij wel eens de twijfel op komt: bestaat God echt? Is er een hiernamaals waarin we na dit aardse leven verbonden kunnen zijn met God en voor eeuwig gelukkig kunnen zijn? Hoe verhoudt zich dat met de wetenschap die het mysterie van het leven steeds verder ontrafelt?
Lastig als je geconfronteerd wordt met dit soort vragen. Maar als ik dan nadenk over het leven van Jezus, wat hij ons heeft voorgeleefd en geleerd, de getuigenissen van de apostelen en de vele heiligen dan denk ik ook weer het moet wel waar wezen dat God bestaat en onder ons is. En ik heb ook wel de ervaring dat bidden en vragen om hulp wordt verhoord en dat geeft dan wel weer vertrouwen.
Wat ik wel mis in onze geloofsgemeenschap is dat er niet veel inhoudelijk diepgaand inspirerend met elkaar gesproken wordt over ons geloof dat dan leidt tot concrete actie. Door ons te laten leiden door het Evangelie en dat wat daar staat in de praktijk te brengen, werken wij aan het Rijk van God op aarde. Door de zorg voor het behoud van de schepping inclusief de zorg voor de naasten (en dan bedoel ik vooral de armsten op deze wereld) centraal te stellen (en niet onszelf) kunnen we het verschil maken in de samenleving en een beweging op gang brengen. Daarvoor zijn we op aarde, daartoe worden wij door het Evangelie uitgedaagd en geroepen.
Ik hoop dat het lukt om hierover binnen onze geloofsgemeenschappen in gesprek te gaan en dat het resulteert in daadwerkelijke actie!
Johan Hofhuis


Vierde brief van de hand van Tiny Hannink:

De Geest die gaven geeft zonder onderscheid.
De Geest die ons helpt elkaar te verstaan.
De Geest die wat vast zit open waait, en onrustig maakt als er onrecht is.
De Geest die bij uitstek vrouwelijk is en leven geeft, lange adem en inspiratie. Uit: De Geest waait.
 
Geachte gelovigen,
 
Wat betekent voor mij het evangelie?
Zo vaak is voor mij het evangelie ‘veel onbegrijpelijke woorden’.
Tot er iemand een verhaal uitlegde, lang geleden.
De wonderbare brood vermenigvuldiging.
Voor mij was het een verhaal, dat niet kon.  Maar ja, onbegrijpelijk hoort bij geloof.
Maar daar vertelde degene die preekte opeens een ander verhaal:
Mensen gaan op stap, misschien wel de gehele dag. 
Dan gaan ze niet zonder eten op weg!
Maar de meester vertelde zo spannend, zo begeesterend, dat er geen tijd was om te eten. 
Toen stopte Hij en vroeg ons te gaan zitten.
Ja, we waren moe, en opeens had iedereen honger. 
Uit alle tassen kwam brood, wat lekkers, drinken ook.
We deelden met elkaar, en praatten over wat we gehoord hadden.
 
Opeens was het evangelie niet meer onbegrijpelijk. 
Want als het in dit verhaal kon, dan waren andere verhalen ook heel goed uit te leggen.
Ja, Jezus bleef de man die ons leerde hoe het moet;
Liefde, verdraagzaamheid, hulp aan elkaar, zorg voor elkaar en accepteren, dat ieder is die hij is.
Geschapen naar zijn beeld en gelijkenis, man en vrouw schiep Hij hen.
 
Vrouw; niet 2e rang, maar evengoed ‘geschapen naar zijn beeld en gelijkenis’. 
Vrouw; het kind van God gedragen,
Vrouw; alle kinderen worden door haar gedragen,
Vrouw; ze geeft het leven door.
 
Allen kinderen van God, hun naam geschreven in de palm van Zijn hand.
Allen kinderen van God, en willen Zijn wens waar maken. 
Allen kinderen van God, die willen doen wat Hij vraagt.
Allen kinderen van God, die Zijn geboden onderhouden.
 
Het belangrijkste gebod: 'U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand'. ‘U zult uw naaste liefhebben als uzelf'
                                  
En zo het leven van jezelf én van je medemens, waard maken om te leven.
Met elkaar 
Leven in Vrede.
Tiny Hannink

 
TOP