Dat we het van God moeten hebben én van elkaar.
Is de kern ons geloof.
En ook dat wij stappen zullen zetten en onderweg durven zijn.
Zondag horen we dat Jezus zijn leerlingen eropuit stuurt, in tweetallen.
Een gelovige is geen solist.
En ook geen kind dat bij de hand genomen moet worden.
Jezus laat hen los.
Hij geeft ze ruimte en vrijheid.
Zo zullen die uitgezonden leerlingen samen, zélf ontdekken
hoe ze als gelovigen kunnen leven.
Met het vertrouwen namelijk dat God zal zorgen.
En dat andere mensen dat ook doen.
Daarom mogen ze onderweg geen extra eten, geen extra kleding
en geen extra geld meenemen.
Zo leren ze zich te verbinden,
met elkaar, en met andere mensen.
Ze kunnen pas evangelie hebben vóór de wereld,
als ze boodschap hebben áán de wereld.
Niet als toeschouwer of buitenstaander,
maar als iemand die er helemaal bij is
open, afhankelijk én meelevend.
Ze mogen daarom niet steeds naar een ander huis.
Want waar leerlingen onderdak krijgen
dáar zullen zij in het hier en nu zijn.
En eten wat de pot schaft.
Onderweg nemen ze niks mee,
alleen zichzelf,
als gelovigen:
mensen met vertrouwen in elkaar en in God.
Helemaal geen spullen? Toch wel.
'Ge moogt sandalen dragen'.
Die bescherming van de voeten
is om onderweg te kunnen blijven.
Niet als toeristen dus,
maar als wie gelovigen in wezen zijn:
pelgrims.
Reacties
Er zijn nog geen reacties op deze blog